Excursie Breendonk

Hoe maak je van iets abstracts iets concreets?

Hoe maak je van iets abstract iets concreet? Het is een vraag die wij als vakgroep Mens & Maatschappij en Geschiedenis vaak stellen. Zeker bij de belangrijkere onderwerpen in ons curriculum. Een van die onderwerpen is de Holocaust/Shoah. De Jodenvervolging is een van de onderwerpen waarbij wij de volgende vraag opwerpen: hoe maken wij van deze abstracte gebeurtenis iets concreets?

In de lessen op school krijgen wij vaak te maken met vooroordelen, onwetendheid, maar ook oprechte interesse. Hoe leg je dan aan een veertienjarige uit dat twee derde van de Joodse populatie in Europa is vermoord? Wat zegt het getal van 6.000.000 op 9.000.000?

Één van de grootste massamoordenaars van de geschiedenis geeft hier ironisch genoeg antwoord op. Jozef Stalin, leider van de Sovjet-Unie, zelf verantwoordelijk voor de dood van zo’n 40 miljoen mensen heeft ooit gezegd: “De dood van één is een tragedie, de dood van miljoenen is statistiek.” Mensen kunnen zich inleven in één persoon, maar verliezen dat inlevingsvermogen wanneer het getal oploopt.
Hoe maak je van iets abstract, iets concreet? Wij kozen ervoor om daarom een excursie te organiseren naar Fort Breendonk. Dit voormalig fort uit de Eerste Wereldoorlog werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt als Auffanglager, een opvangkamp. Dit fort werd beheerd door de SS en diende om dissidenten, verzetslieden en Joden gevangen te zetten. Een naam die veelvuldig voor Fort Breendonk werd gebruikt is het kamp van de sluipende dood.

Israël Neumann werd in 1900 geboren in Nisko, Polen. Nadat hij in 1921 samen met zijn familie naar de Verenigde Staten was geëmigreerd, keerde hij in 1927 terug naar Europa. Hij had moeite om rond te komen en kwam meermaals in aanraking met de Belgische politie. Zijn leven veranderde drastisch toen hij in 1940 vlakbij het centraal station van Antwerpen werd opgepakt. We weten niet waarom hij precies is opgepakt, maar dat hij kreupel was had een reden kunnen zijn. De naam Israël Neumann wordt daarna niet meer uitgesproken. Vanaf dat moment wordt hij overgebracht naar Fort Breendonk en komt hij bekend te staan als nummer 22.

Het is het begin van de hel die uiteindelijk negen maanden duurt. In die maanden veranderd hij zowel mentaal als fysiek. Bij aankomst heeft hij uren lang naar een muur moeten staren. Indien hij bewoog werd zijn hoofd hard tegen de muur geslagen of werd hij gebeten door de hond van de kampcommandant.

Dan volgde iedere dag hetzelfde stramien. Opstaan, bed opmaken, wassen, eten, naar het toilet gaan, werken, eten, slapen om het patroon vervolgens eindeloos te herhalen. Een sleur waar wij misschien ook aan gebonden zijn, maar Fort Breendonk was het kamp van de sluipende dood. De dood was altijd dichterbij dan de ochtendgloren.

Bed opmaken betekende dat het bed perfect opgemaakt moest worden. Bij iedere kreukel kreeg je een pak slaag en moest je opnieuw beginnen. Niet alleen jij maar alle veertig gevangenen in de slaapzaal. Voor wassen had je een minuut, voor het eten van inhoudsloze soep twee minuten. Toiletbehoeften deed je in een gat in de grond waar je vernederend werd toegekeken door de vrouw van de kampcommandant.
Daarna volgde het werk. Het fort lag bedolven onder een laag zand ter bescherming tegen inslaande granaten. Dit zand moest wordt weggegraven en elders op het terrein worden uitgestort. Werkte je niet hard genoeg? Dan werd je geslagen of zelfs doodgeschoten. Keek je de bewakers verkeerd aan? Dan klonk jouw nummer in de nacht.

Zelfs slapen was er niet bij. In de nacht hoorde je de gelaarsde voetstappen echoën in de gang. De deur van de slaapbarak werd opengeslagen en een nummer werd door de ruimte geschreeuwd. Dit nummer werd uit zijn bed gesleept, naar de martelkamer aan het einde van de gang. Het geschreeuw klonk vaak de hele nacht.

Eten, slapen, werken, naar de wc gaan. Alles was in het fort ingericht om te martelen. Fysiek en mentaal. Israël Neumann werd hier negen maanden aan blootgesteld. Negen maanden waarin hij fysiek en mentaal slechts een schim werd van zijn vorige zelf. Het opmaken van het bed werd uiteindelijk zijn einde. Neumann, een kleine, kreupele man sliep op de bovenste bed van een drie laags stapelbed. Om zijn bed op te maken moest hij op het eerste bed staan. De andere gevangenen stonden hem dit niet meer toe. De afranselingen van de SS bewakers wierpen hun vruchten af. Neumann kreeg steeds vaker klappen tot hij op 24 juli 1941 uit zijn kamer werd gesleurd. Er werd met stokken op hem ingeslagen en hij werd tegen het plafond gegooid. Hij werd voor dood achtergelaten. Hij was één van ruim driehonderd mensen die op brute wijze om het leven zijn gekomen. Zijn verhaal maakt concreet wat de Jodenvervolging door zijn abstractie moeilijk maakt te bevatten. Israël Neumann is de tragedie, die de dood van zes miljoen anderen een gezicht geeft. Zijn verhaal zorgt ervoor dat hun namen nooit vergeten worden of gereduceerd worden tot slechts “statistieken”.

Nu, 80 jaar na de bevrijding, lijkt Breendonk verder van ons af dan ooit. De laatste overlevenden verdwijnen en langzaam maar onvermijdelijk daalt de stilte neer over het kamp, hoezeer we ons daar ook tegen verzetten. Bovendien dreigen de lessen te vervagen die de Europese landen uit Auschwitz en Breendonk dachten te hebben getrokken. Een van die lessen is even simpel als betekenisvol. Zodra de overheid de mensenrechten niet meer eerbiedigt en beschermt, maar zélf het voortouw neemt bij georganiseerde discriminatie en geweld, wordt de weg naar de vreselijkste misdaden geplaveid.

‘Nooit meer Breendonk’ is 80 jaar na de bevrijding een universele waarschuwing tegen grootschalige schending van de mensenrechten. Die waarschuwing is niet misplaatst want discriminatie, racisme, extreemrechts nationalisme en antisemitisme blijven voortwoekeren, ondanks de naoorlogse Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, die hun bestaansrecht ontlenen aan de manende woorden ‘Nie wieder’.

Terug naar het nieuwsoverzicht