Wendy Visser: ‘Als je een baan in de paarden wilt…’
Wendy Visser is de drijvende kracht achter de opleidingen op hippisch gebied. Ze wilde na haar eigen middelbare school ‘iets’ met paarden gaan doen maar Deurne was voor haar geen optie: ‘Je had alleen Deurne maar ik had mijn HAVO afgerond en wilde graag naar het HBO. En dat bestond niet op hippisch gebied.’ Vanaf haar 9e had ze iets met paarden, vanaf haar 12e ging ze mee als groom bij voorbeeld bij Bert van Leeuwen de hoefsmid. Vanaf haar 15e reed ze intensief in de basiswedstrijdsport, vooral om jonge paarden op te leiden voor verschillende eigenaren, onder wie Dick Colijn. Ze had het geluk dat toen de opleiding in Delft begon: ‘In Delft aan de Agrarische Hogeschool begonnen ze toen met veehouderij/dierhouderij, inclusief gezelschapsdieren. Samen met vijf andere studenten waren we de eersten.’
Tja, wat ga ik nu doen?
Zoals bij zoveel studenten was de vraag na de HAS: ‘Tja, wat ga ik nu doen? Onderwijs leek me wel wat. Ik ben naar de Stoas Hogeschool gegaan, waar ik in een jaar mijn pedagogische bevoegdheid heb gehaald. Toen ik stage liep bij het Holland College, zoals het toen heette, kreeg ik de tip om daar te solliciteren. Ik ben er niet meer weggegaan, Lentiz heet het nu. Met mijn 21e stond ik voor de klas. In eerste instantie voor het VMBO Dierverzorging, na 2 jaar in het MBO Dierverzorging. Toen ik 26 was, ontstond op school de gedachte om iets te gaan doen met een paardenopleiding. Dat werd toen de opleiding paardenhouderij, zo’n 20 jaar geleden zijn we dat gestart. Ik was bekend met de sector en toen de vraag kwam, was ik de persoon die het ging doen, natuurlijk met hulp van anderen.’
Snelle groei
‘Natuurlijk was er eerst een marktonderzoek: kijken in hoeverre er animo bestond in de sector. We hebben allerlei enquêtes opgezet, en daaruit bleek dat in deze regio die behoefte er wel degelijk was. Wat ik zei: je had alleen Deurne. Na dat onderzoek hebben we de sprong genomen, ik denk met een klasje van 15 of zo. Om het betaalbaar te maken moet je wel minimaal 20 leerlingen hebben trouwens. Maar al vrij snel groeide de groep, en intussen hebben we twee klassen in het eerste jaar.’
‘Destijds hebben we ook wel contact gehad met Deurne, met mensen als Desiree Haan. In Barneveld startten ze met dezelfde opleiding, later volgden ook andere AOC’s in Nederland. Daar is een soort convenant uit ontstaan van mbo’s met een paardenhouderij-opleiding, met uitwisseling op docentenniveau, van lesstof, van kennis. Langzamerhand kwam er steeds meer behoefte aan een sportopleiding, om instructeurs goed op te kunnen leiden. Het grote probleem was altijd faciliteiten, je hebt natuurlijk veel meer dan nodig dan alleen een manegehal. We werkten wel samen met maneges, maar dan heb je ook alleen manegepaarden. Voor een paardenhouderij-opleiding werkt dat prima, maar voor een sportopleiding heb je toch ander paardmateriaal nodig.’
Deurne werd gesloten
‘Een jaar of zes/zeven geleden kwamen er steeds meer signalen dat de opleiding tot instructeur achterbleef. Deurne werd gesloten, er waren echt te weinig paardensportopleidingen. Wel voor paardenhouderij, niet voor sport. In dat gat zijn wij gesprongen, uiteraard na een haalbaarheidsonderzoek, in dit geval door Theo Koolen. Dat zijn we samen gaan doen met Equestrum, een kenniscentrum voor de regio Zuid-Holland, in samenwerking met Lentiz, met Aaf Bos vanuit de KNHS-regio Zuid-Holland, de FNRS, het KWPN Zuid-Holland, Marleen Schuurman en Pascalle de Bruin vanuit RSP Sport en Business, het bedrijf van John de Vos, Nico van Hemert van Strategy on Demand en Alain Broft van Equinnolab. We willen proberen om de kennis in deze regio op een hoger level te krijgen.’
‘Als je bij ons naar de sport kijkt en je vergelijkt dat met bijvoorbeeld Brabant of Limburg, dan zit daar echt verschil in. Tegelijkertijd hebben we hier heel veel manegeruiters. Equestrum wil dat verbinden en de kwaliteit van de manegebedrijven èn de sport verhogen. We hebben vaste stagebedrijven als Chardon Paardensport, dat als een soort thuisbasis fungeert, en Hippisch Centrum Hoeksche Waard, Stal ‘t Kabel en Hippisch Centrum Nootdorp als satellietbedrijven. Deze bedrijven hebben een enorme betrokkenheid bij het begeleiden van studenten, verdiepen zich er ook in. Dat is echt een verschil met normale stages zoals je die overal ziet. Ze zijn ook betrokken bij de opbouw van het curriculum, bij de aanpassingen, en we hebben regelmatig overleg.’
In juli de eerste diploma’s
Het resultaat was een vierjarige opleiding, waarvoor in juli de eerste diploma’s worden uitgereikt: ‘Dat gaan we met een feestje doen, het is toch een mijlpaal! Nu zitten in de sportopleiding rond de 45 studenten, verdeeld over de 4 jaren. We kunnen er maximaal rond de 20 per jaar plaatsen. Als je even meetelt, zie je dat we lang niet elke plaats bezetten. Sterker nog: het aantal aanmeldingen is zeker genoeg, maar we plaatsen er ongeveer 1/3. We moeten er immers vanuit gaan dat onze studenten binnen een aantal jaren minimaal het niveau instructeur basissport kunnen halen. We kijken bij de selectie of we dat haalbaar achten. Topsporters leid je niet zo op, wel kinderen die talent hebben. Ze rijden niet hoog in de sport als ze binnenkomen, ze hebben wel vaak een goede basis. Bijna alle anderen starten dan toch in de opleiding Paardenhouderij.’
Het geluid in het veld was altijd dat Deurne het zo slecht afging omdat alle studenten die zich aanmeldden, ook geaccepteerd moesten worden: ‘Dat is gekomen toen Deurne een AOC werd. Binnen het MBO mag je in principe geen studenten afwijzen, maar er zijn uitzonderingen. En deze opleiding is er daar één van. Ik heb zelf de aanvraag geschreven om onze opleiding op de lijst te krijgen. De goudsmid-opleiding of het CIOS is ook zo’n opleiding, dat kun je je wel voorstellen.’
Fysiek best zwaar
‘Als studenten interesse hebben, komen ze in contact met mij om in een persoonlijk gesprek meer te weten te komen. Dan volgt de intakeprocedure, waarbij op veel facetten gelet wordt. Natuurlijk het rijden, maar ook de ruiterfitheid en het doorzettingsvermogen, of ze niet na twee rondjes hardlopen afhaken. De opleidingen zijn fysiek best zwaar, je moet je lichaam wel op orde hebben, dat loopt als een rode draad door onze opleiding. En ze maken een portfolio van tevoren. De intake doen we samen met het bedrijfsleven, met de bedrijven die betrokken zijn.’
‘Wij hebben de keuze gemaakt om niet met een eigen bedrijf te werken, niet zelf in gebouwen en paarden te investeren. We kopen alle diensten bij Chardon Paardensport in, dat is toch haalbaarder dan om zelf gebouwen en paarden te hebben. En vanuit Equestrum wordt ook gekeken naar sponsorwerving. Daar is Jan de Mooij voorzitter. John de Vos is een van de initiatiefnemers, de verbinder, hij zoekt de partijen bij elkaar en zoekt naar kansen binnen de sector. En Lentiz is een van de deelnemende partijen. Van daaruit is het onderwijs ontwikkeld, een curriculum gemaakt, dat is mijn bijdrage. In onderwijs dingen ontwikkelen en op z’n plek zetten.’
Je moet weten wat er speelt
‘In die 24 jaar ben ik eigenlijk steeds iets meer coördinerende werkzaamheden gaan doen binnen de paardenopleidingen en nu ben ik teamleider. Dat is niet te combineren met lesgeven. Het wordt dan een sluitpost en dan doe je het niet 100%. En ik vind dat je iets voor 100% doet, of je doet het niet. Toen mijn dochter 14 jaar geleden geboren werd, ben ik gestopt met rijden. Dan ben je heel snel de echte feeling kwijt, omdat je niet meer dagelijks op stal bent. Als je voor de klas staat, moet je in de praktijk weten wat er speelt, vind ik. Eerlijk gezegd mis ik het wedstrijdrijden niet. Het is ook heel leuk om de studenten aan de slag te zien, en nog veel leuker om te zien dat ze zich ontwikkelen.’
‘In die 24 jaar ben ik eigenlijk steeds iets meer coördinerende werkzaamheden gaan doen binnen de paardenopleidingen en nu ben ik teamleider. Dat is niet te combineren met lesgeven. Het wordt dan een sluitpost en dan doe je het niet 100%. En ik vind dat je iets voor 100% doet, of je doet het niet. Toen mijn dochter 14 jaar geleden geboren werd, ben ik gestopt met rijden. Dan ben je heel snel de echte feeling kwijt, omdat je niet meer dagelijks op stal bent. Als je voor de klas staat, moet je in de praktijk weten wat er speelt, vind ik. Eerlijk gezegd mis ik het wedstrijdrijden niet. Het is ook heel leuk om de studenten aan de slag te zien, en nog veel leuker om te zien dat ze zich ontwikkelen.’
Familie Chardon
‘We verzorgen de lessen nu op het bedrijf van de familie Chardon: paarden, faciliteiten en een deel van de instructie. De Campus zal aansluitend aan dat bedrijf van de grond komen. Het moet een clubhuis worden, een ontmoetingsplek voor onderwijs, innovatie, onderzoek. En ook voor zorg, met drie woongroepen voor cliënten, voor recreatie en studentenhuisvesting voor de internationale ambities. Het gaat om de bestaande boerderij en de gebouwen die erbij worden gebouwd.’
‘Ik vind het mooi om te zien hoe mensen als Lammert Haanstra, Marion Schreuder, Johan Hamminga, allemaal mensen van het vroegere Deurne, onze studenten enorm kunnen inspireren. En ook dat ze de waarde zien van het opleiden op deze manier. Zij zijn de inspirators, kunnen als weinig anderen de studenten duidelijk maken dat je er echt wat voor moet doen.’
De ambitie van Wendy Visser? ‘Die van mij gaat meer over ontwikkeling, twee heel mooie opleidingen aansturen vanuit de Equestrum-campus. Echt samen met het bedrijfsleven, het is zeker niet meer zo dat een school op basis van een eigen curriculum studenten aflevert. Het liefst ook met een internationaal tintje en waar mensen uit de sector van zeggen: als je een baan in de paarden wilt, dan moet je dáár zijn!’
Bron: Nieuws.Horse