- Home
- Overgangsnormeringen
Bevorderen of doubleren
Of je zoon of dochter wel of niet over mag naar het volgende schooljaar, is soms een lastige vraag. Op deze plek proberen we het zo helder mogelijk uit te leggen.
Overgangsnormering van de onderbouw
Om te beginnen kijken we naar het eindrapport. Dit bevat het gemiddelde van de rapporten 1, 2 en 3, op basis van een formule. Het eerste rapport telt 1 keer mee, het tweede rapport 2 keer en het derde rapport eveneens 2 keer. De opgetelde eindcijfers delen we door vijf. In formulevorm: 1*R1 + 2*R2 + 2*R3 / 5. Bij goede cijfers wordt een leerling automatisch bevorderd, dat spreekt voor zich.
Op het Geuzencollege bevorderen we gericht, wat betekent dat we bekijken welk niveau voor de leerling het beste is. Iemand die op BBL-niveau ijzersterk presteert, vindt binnen de KBL of wellicht GL meer uitdagingen. Meestal zal de leerweg voor iemand hetzelfde blijven, zeker bij 1 of 2 onvoldoendes. Als daar bij andere vakken hogere cijfers tegenover staan, gaat je zoon of dochter over naar het volgende jaar.
Lage cijfers noemen we tekorten. Een 5 zorgt voor één tekort, een 4 is twee tekorten, enz. Deze tekorten tellen we op. Bij drie tot zes tekorten wegen docenten samen af wat voor de leerling het beste is. Bij meer dan 6 tekorten moet iemand sowieso het jaar overdoen, we noemen dit doubleren. Iedere leerling bespreken we apart, waarbij altijd zijn of haar belang vooropstaat.