Bevorderingsnormering 2024-2025

Het Floracollege hanteert bevorderingsnormen. Hierdoor worden leerlingen die minder goede resultaten behalen uitvoeriger besproken in de bevorderingsvergadering en wordt bepaald welke extra begeleiding de leerling nodig heeft en binnen welke leerweg / onderwijsniveau de leerling het onderwijsproces voortzet. Ook kan besloten worden het schooljaar over te doen (doubleren). Hieronder vindt u de criteria die wij hanteren.

Algemeen

  • Er wordt becijferd met 1 decimaal.
  • Rapportcijfers komen tot stand door middel van een voortschrijdend gemiddelde, waarbij alle behaalde cijfers gedurende het jaar meetellen.
  • Rapportcijfers van 4,5 tot en met 5,4 tellen als één tekort.
  • Rapportcijfers van 3,5 tot en met 4,4 tellen als twéé tekorten.
  • Een gemiddeld rapportcijfer onder 3,5 betekent in alle gevallen dat de leerling in de docentenvergadering besproken wordt.
  • Doubleren is alleen aan de orde wanneer de docentenvergadering besluit dat dit de ontwikkeling van de leerling ten goede komt.
  • Een leerling mag een leerjaar één keer doubleren.
  • In bijzondere gevallen kan een docentenvergadering/teamleider beargumenteerd afwijken van de gestelde normen.
  • Voor de overgang naar het volgende schooljaar is een compleet cijferbeeld voorwaardelijk. Alle toetsen dienen hiervoor te zijn gemaakt.

Bevorderingsnormering klas 1 naar 2 en klas 2 naar 3 (BBL, KBL en GL/TL)

Bespreekgeval

  • Bij 2 of 3 tekorten in de A-vakken.
  • Bij 3 tekorten in alle vakken.
  • Gemiddelde van alle cijfers in de A-vakken is lager dan 5,5 maar hoger dan een 4,9.

Afstroom of doublure

  • Bij 4 of meer tekorten in de A-vakken.
  • Gemiddelde van alle cijfers in de A-vakken is lager dan 5,0.
  • Nederlands en wiskunde zijn 4,4 of lager.

A-vakken in de onderbouw:
Nederlands, Duits, Engels, wiskunde, Rekenen, Mens & Maatschappij (M&M), Mens &
Natuur (M&N)

Praktische vakken in de onderbouw:
Lichamelijke opvoeding (LO), kunstvakken (KV1), praktische sector oriëntatie (PSO),
Technologie en ICT.

NB: Bij de leerlingen in de sportklassen telt LO mee voor de overgang van 1 naar 2 en van 2
naar 3, ditzelfde geldt voor KV1 bij leerlingen in de kunstklassen.

Bevorderingsnormering klas 3 naar klas 4

BBL en KBL
Bespreekgeval

  • Tussen de 4,9 en 4,0 voor het vak Nederlands.
  • Gemiddelde van de examenvakken is lager dan 5,5, maar hoger dan een 4,9.
  • 2 tekorten in de examenvakken met een compensatiepunt in de andere examenvakken.
  • Eén keer een 3,9 of lager.
  • LO1 en/of Kckv zijn 5,4 of lager.

Afstroom of doublure

  • 3,9 of lager voor het vak Nederlands.
  • Gemiddeld een 4,9 of lager voor de examenvakken.
  • 2 of meer tekorten zonder minimaal 2 compensatiepunten in de andere examenvakken.
  • 3 of meer tekorten in je examenvakken ongeacht het aantal de compensatiepunten in de andere examenvakken.

GL en TL
Bespreekgeval

  • Tussen de 4,9 en 4,0 voor vak Nederlands.
  • Gemiddelde van de examenvakken is lager dan 5,5, maar hoger dan een 4,9.
  • 2 tekorten in je examenvakken met een compensatiepunt in de andere examenvakken.
  • Eén keer een 3,9 of lager.
  • LO1 en/of Kckv zijn 5,4 of lager.

Afstroom of doublure

  • 3,9 of lager voor het vak Nederlands.
  • Gemiddeld een 4,9 of lager voor de examenvakken.
  • 2 of meer tekorten zonder compensatiepunten in de andere examenvakken
  • 3 of meer tekorten in je examenvakken ongeacht het aantal de compensatiepunten in de andere examenvakken.

 

Vakgroepering per niveau

LWT
Examenvakken in de bovenbouw leer-werktraject (LWT):
Nederlands, loopbaan en burgerschap (lob), rekentoets, praktijkvak Groen inclusief keuzearrangement en stage.

Schoolexamenvakken in de bovenbouw LWT:
Rekenen; er moet een rekentoets 2F gemaakt zijn.

BBL
Examenvakken in de bovenbouw basisberoepsgerichte leerweg (BBL):
Nederlands, Engels, Wiskunde, profielvak groen (inclusief keuzearrangement en stage) en biologie* of natuur-, en scheikunde1* (NaSK1) en maatschappijleer.

Schoolexamenvakken in de bovenbouw BBL:
LO, kunstzinnige vorming (KV1); deze moeten minimaal met een voldoende afgesloten
worden.

KBL
Examenvakken in de bovenbouw kaderberoepsgerichte leerweg (KBL):
Nederlands, Engels, Wiskunde, profielvak groen (inclusief keuzearrangement en stage) en biologie* of natuur-, en scheikunde1* (NaSK1) en maatschappijleer.

Schoolexamenvakken in de bovenbouw KBL:
LO en kunstzinnige vorming (KV1); deze moeten minimaal met een voldoende afgesloten
worden.

GL/TL

Examenvakken in de bovenbouw gemengde leerweg (GL):
Nederlands, Engels, wiskunde, profielvak groen (inclusief keuzearrangement en stage), biologie* en/of natuur-, en scheikunde1 (NaSK1)*, maatschappijleer, Duits* of economie*, lichamelijke opvoeding 2* (LO2) , beeldend tekenen* (BTE), dans*, drama*.

Schoolexamenvakken in de bovenbouw GL:
LO en kunstzinnige vorming (KV1); deze moeten minimaal met een voldoende afgesloten worden.

TL Z&W

Examenvakken in de bovenbouw theoretische leerweg (TL Z&W):
Nederlands, Engels, profiel-vak zorg en welzijn, (inclusief keuzearrangement en stage) Rekenen, biologie, Duits, maatschappijleer, maatschappijkunde, geschiedenis

Schoolexamenvakken in de bovenbouw TL Z&W:
LO en kunstzinnige vorming (KV1); deze moeten minimaal met een voldoende afgesloten worden.
Rekenen; er moet een rekentoets 2F gemaakt zijn.

* afhankelijk van de keuze van de leerling.

Leerwegplaatsing

De leerling start het 3e leerjaar in de leerstroom waarvan hij of zij geacht wordt het diploma te kunnen halen. De leerlingen worden in het 1e en het 2e leerjaar geplaatst in zogenaamde ‘dakplan-klassen’, waarbij het streven is te komen tot een leerwegplaatsing die het meest recht doet aan de leerling

Beroepsprocedure ten aanzien van het leerwegadvies en bevorderen volgend leerjaar

Op het moment dat het leerwegadvies gegeven wordt treedt het volgende stroomschema in werking:

  • De leerwegplaatsing wordt door de mentor besproken met ouders.
  • Ouders accepteren het leerwegadvies: de leerling wordt in de betreffende leerweg geplaatst.

òf

  • Ouders accepteren het leerwegadvies niet: Ouders worden door de mentor en de LWC uitgenodigd voor een vervolggesprek. Van dit gesprek wordt door de LWC een verslag gemaakt dat verzonden wordt naar ouders.

Indien ouders de leerwegplaatsing niet accepteren kunnen zij schriftelijk bezwaar indienen bij de teamleider. De teamleider pleegt hoor en wederhoor en bespreekt het ingediende bezwaar met de beroepscommissie (directeur en orthopedagoog I&O). Binnen 10 werkdagen na het ingediende bezwaar doet de beroepscommissie een bindende uitspraak over het leerwegadvies.

BBL

  • IQ 75 – 85
  • CITO geeft 39 punten of minder op KBL-niveau

Kenmerkende eigenschappen:

  • Heeft hulp nodig om na uitleg aan het werk te gaan
  • Laag leer- werktempo
  • Past opgedane kennis en inzicht toe in een bekende context
  • Heeft veel toezicht en sturing nodig
  • Kan informatie vinden na duidelijke instructie
  • Deel basisstof onderbouw voldoende
  • Instructies kunnen opvolgen
  • Zelfstandig een opdracht kunnen verwerken

KBL

  • IQ 85 – 95
  • CITO geeft 40 punten of meer op KBL-niveau i.i.g. voor Nederlands leesvaardigheid, Engels leesvaardigheid en wiskunde
  • Rapportcijfer moet gemiddeld een 6,8 zijn voor de zaakvakken; indien een leerling in de kunst- of sportklas zit, tellen die vakken ook mee
  • Ten hoogste één vijf in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde

Kenmerkende eigenschappen:

  • Heeft soms hulp nodig om na uitleg aan het werk te gaan
  • Gemiddeld leer-werktempo
  • Past opgedane kennis en inzicht toe in een bekende en vergelijkbare context. Kan met enige hulp het geleerde ook in een nieuwe situatie toepassen
  • Kan zelfstandig leren
  • Kan op een goede manier informatie opzoeken en ordenen
  • Kunnen samenwerken

GL/TL

  • IQ 95 of hoger
  • CITO geeft 40 punten of meer op GL-niveau i.i.g. voor Nederlands leesvaardigheid, Engels leesvaardigheid en wiskunde
  • Rapportcijfer moet gemiddeld een 6,8 zijn voor de zaakvakken; indien een leerling in de kunst- of sportklas zit, tellen die vakken ook mee
  • Ten hoogste één vijf in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde

Kenmerkende eigenschappen:

  • Heeft geen hulp nodig om na uitleg aan het werk te gaan
  • Past opgedane kennis en inzicht zelfstandig toe in een nieuwe, onbekende context
  • Hoog leer-werktempo
  • Heeft minder sturing nodig en werkt ook door als docent er niet is.
  • Kan zelf gegevens opzoeken, selecteren, verzamelen en ordenen
  • Resultaat van werken moet ruim voldoende tot goed zijn
  • Verantwoordelijk voor werk
  • Kunnen samenwerken
  • Kunnen organiseren

Ten aanzien van rapportgesprekken en bevordering volgend leerjaar

De communicatie met ouders is van cruciaal belang richting het besluit om een leerling te bevorderen of te laten doubleren. Door goed te communiceren en dit vast te leggen ontstaat er een duidelijk beeld bij ouders hoe het besluit van de docentenvergadering tot stand is gekomen door de jaren heen. Tijdens de rapportgesprekken met de ouders worden de volgende thema’s besproken:

  • Uitslag CITO-VAS-toets en de uitleg daarbij.
  • Rapport in relatie tot overgangsnormen en ‘leerlingprofielen leerweg’.
  • Huiswerk-attitude.
  • Werktempo en zelfstandigheid.
  • Vermogen tot samenwerken.
  • Zelfsturing.

Ten aanzien van het leerwegadvies

De plaatsing in een leerweg vindt plaats op basis van het besluit van de docentenvergadering aan de hand van het leerlingprofiel. Dit is een bindend besluit.

Ten aanzien van het leerwegadvies wordt aan het einde van leerjaar 1 een voorlopig advies gegeven aan de ouders. Tijdens het 2e  rapportgesprek in het 2e leerjaar wordt er een advies ‘voorlopige plaatsing’ gegeven en in het rapportgesprek in juni/juli wordt de ‘definitieve plaatsing’ besproken.